Diagnose
De diagnose dementie komt vaak pas jaren na de eerste klachten. Bij mensen jonger dan 65 jaar duurt het meestal nog langer. De meeste mensen wachten lang om naar de huisarts te gaan. En soms neemt de huisarts de klachten (nog) niet serieus of wil hij de situatie nog even aankijken. Toch is het belangrijk om naar de huisarts te gaan.
Hoe krijgt iemand een diagnose?
Allereerst zal je naaste naar de huisarts moeten om de problemen die hij ervaart te bespreken. In overleg met de huisarts kan gekeken worden hoe een diagnose tot stand komt. De huisarts kan een diagnose stellen na nader onderzoek, maar kan ook doorverwijzen naar een geriater van een geheugenpoli of een specialist ouderen geneeskunde.
Verwijzing naar een geriater betekent dat je naaste op consult gaat naar het ziekenhuis. Daar wordt het geheugen getest en het bloed onderzocht om lichamelijke oorzaken uit te sluiten. Ook wordt er soms een hersenscan gemaakt, omdat daarop letterlijk te zien kan zijn of er sprake is van dementie.
Hoe overtuig je je naaste naar de huisarts te gaan?
Vermoed je dementie, maar vindt diegene dat er niks aan de hand is? Een bezoek aan de huisarts kan lastig zijn, toch is het belangrijk voor iedereen om te weten wat er aan de hand is. Ook als het geen dementie is, maar iets anders.
Welke hulp en ondersteuning is er mogelijk?
Een casemanager dementie of de praktijkondersteuner ouderenzorg die sommige huisartsen hebben, weten de weg en kunnen ondersteuning bieden. Zij zijn een vaste begeleider voor mensen met dementie en hun mantelzorger en zijn klankbord en coach in het gehele proces. Een casemanager kan namens jullie contact houden met alle hulpverleners. Ook kan de casemanager soms helpen met het organiseren van informele zorg door een familiegesprek te organiseren. Ook kennen zij de wet- en regelgeving waar je mee te maken kunt krijgen.